Planten als beschermheer
Sommige planten hebben een afwerende werking op schimmels of dierlijke ziekteverwekkers. Zo zouden aardbeien minder door vruchtrot worden geteisterd wanneer je er margrieten naast plant.
Afrikaantjes (Tagetes patula) naast tomaten of aardappels gaan aantasting door vrijlevende aaltjes tegen. Deze veroorzaken onder andere aardappelmoeheid.
Worteltjes die naast uien of knoflook staan, worden minder vaak aangetast door wortelvlieg, mits ze niet gezaaid zijn op een veld waar verse stalmest is ondergewerkt.
Oostindische kers beschermt gewassen tegen luis (omdat ze lekkerder zijn dan jouw gewassen).
Tussen koolplanten kun je salie zetten om de vraatzuchtige koolrupsen hun eetlust te ontnemen.
Er zijn nog veel meer planten te noemen waaraan een gunstige werking wordt toegeschreven. Meestal zijn de ervaringen wisselend en is er geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Een voorbeeld van zijn "twijfelgeval" is dille tussen tuinbonen. De één beweert dat dit uitstekend werkt tegen luis, de ander zegt dat het de aantasting juist versterkt.
Duidelijk is wel dat sterk ruikende planten plaagdieren die op de geur van een gewas afgaan om de tuin leiden (letterlijk!).