Plaagbeestjes
Bladluis
Groene, zwarte of anders gekleurde luizen zuigen sap uit stengels en bladeren en verzwakken zo de plant. Ze zijn te verwijderen met een harde straal water. Is dat niet voldoende, dan kun je spuiten met een bestrijdingsmiddel op basis van zeep. Luizen kun je afschrikken door knoflook te planten bij de meest aangetaste planten.
Oorworm
Oorwormen kunnen bloemblaadjes beschadigen, vooral bij dahlia's. Vaak komt dat echter niet voor. Ze kruipen graag in een potje stro en zijn zo goed te vangen.
Slakken
Lees meer over slakken onder "Beesjes"
Schildluis
Schildluizen komen vooral binnen en in de kas voor. Ze verschuilen zich onder een ovaal, bol schildje. Bestrijdingsmiddelen krijgen er moeilijk vat op en het stuk voor stuk wegkrabben van de schildjes is onbegonnen werk. De plaag is heel besmettelijk. Voer een aangetaste plant daarom direct af en gooi hem niet op de composthoop.
Bladrollers
Gedurende het late voorjaar en vroege zomer zijn enkele bladeren van vooral rozen ineens opgerold. Ze wijzen naar beneden maar verkleuren niet. In het opgerolde blad zitten de eitjes van de bladroller, een gaasvlieg. Wanneer de larven uitkomen, vreten ze aan de bladeren. Tenzij het een ernstige infectie betreft, volstaat het om de getroffen bladeren te verwijderen. Zijn het er veel, dan moet je een bestrijdingsmiddel gebruiken.
Wolluis
Op de bovengrondse plantdelen zitten witte pluispropjes, en dan vooral in de bladoksels of andere verstopte plekjes. Dat zijn wolluizen. Deze plaag is besmettelijk voor buurplanten. Voor de zieke planten direct af en gooi ze niet in de composthoop of groencontainer. Er is geen remedie omdat ze door het pluis tegen bestrijdingsmiddelen worden beschermd.
Behangersbij
Behangersbijen snijden cirkelvormige stukjes uit bladeren om er hun nest van te maken. Deze bij lijken op de honingbij maar zijn wat rossiger op de buik. Hun activiteiten brengen weinig schade toe aan de plant. Ze komen in Nederland niet zo heel veel voor, dus beschouw ze maar als een stukje interessante biologie.
Rozencicade
Kleine gele en witte vlekjes op vooral rozenbladeren wijzen op rozencicades. Vooral planten op warme, beschutte plaatsen hebben er last van. Je kunt ze bijna niet zien (zo worden niet groter dan twee milimeter en zijn zeer snel). Is de aantasting ernstig, spuit dan met een anti-bladluismiddel.
Spint
Zit er spinrag op een plant, kijk dan eens met een loep of er heel kleine beestjes over de draden lopen. Dat zijn de mijten van de spint. Ze zijgen aan het blad en brengen de plant veel schade toe. Buiten brengt hij schade aan groenten en vruchten, maar slechts in beperkte mate. In de kas kan hij een waar terreurbewind voeren. Ze houden van droge omstandigheden, dus het verhogen van de luchtvochtigheid kan een remedie zijn. Als het niet vriest, kunnen kasplanten buiten met water worden schoongespoten.
Leliehaantje
Dit rode kevertje is verzot op lelies en frittelaria en laat hiervan alleen de stengel overeind staan. De enige manier om ervan af te komen is ze te vangen, maar dat valt niet mee. De larven kun je herkennen aan het bruine slijm waarmee ze zich omhullen. Deze kun je oppakken en vernietigen.
Rupsen
Wie vlinders wil zien, moet de rupsen accepteren. Als je er de ruimte voor hebt, kun je een speciaal "brandnetelhoekje" in je tuin voor aanleggen. Ongewenste rupsen kun je met de hand weghalen en ergens anders weer uitzetten. Groenten in de moestuin kun je beschermen met insectengaas. Bestrijd ze liever niet want het gaat al slecht genoeg met de Nederlandse vlinderstand. In het geval het de eikenprocessierups betreft, kun je de gemeente bellen. Die zorgt voor bestrijding.
Spinsel- of stippelmotten
De rupsen van dit vlindertje beschermen zich tegen spreeuwen en sluipwespen door zich tussen gesponnen draden te verstoppen.Al dat rag ziet er naargeestig uit. Toch kun je de rupsen hun gang laten gaan. Vóór eind juni verpoppen ze zich en loopt de struik weer snel uit met vers groen blad. Het rag kan dan worden verwijderd.
Taxuskever
Knabbelt aan de randen van bladeren. De planten hebben hier weinig last van. Het zijn echter niet de kevers maar zijn larven die enorme schade kunnen aanrichten in je tuin omdat ze de wortels van planten opeten. Het zijn dikke, witte larven met een bruinoranje kop. Wanneer je deze in potten of in de bodem tegenkomt, moet je de plant verwijderen en in de vuilinsbak gooien. In het tuincentrum zijn middelen verkrijgbaar om de kevers te bestrijden. Doe je dit niet, dan leggen ze eieren en heb je het volgende seizoen een tuin vol schadelijke larven.