Kuipplanten
Patioplanten, oranjerieplanten, exoten, kuipplanten.... Veel namen voor hetzelfde begrip. Bedoeld worden planten die hun oorsprong hebben in warme oorden en in het Nederlandse klimaat niet winterhard zijn. Om deze tropische soorten toch te kunnen houden, worden ze in potten of kuipen gezet en verhuizen ze in de winter naar binnen om ze te beschermen tegen vorst en wind. Kuipplanten zijn in allerlei varianten te koop. Je kunt ook een stek meenemen van vakantie en daar thuis een kuipplant uit opkweken.
Verhuizing naar binnen
Vanaf september gaan niet-winterharde planten, zoals kuipplanten, geleidelijk over tot hun rustperiode. Die rustperiode hebben ze nodig om zich voor te bereiden op een uitbundig bloeiseizoen. Je mag dan geen plantenvoeding meer geven. Vanaf dit moment geef je ook minder water, net genoeg om de plant niet te laten uitdrogen. Het geschikte moment om de plant naar binnen te brengen hangt af van de gevoeligheid van de plant en de omstandigheden buitenshuis. Lichte nachtvorst is voor de meeste soorten geen probleem. Maar het is beter de planten bij een eerste waarschuwing voor vorst naar binnen te halen. De laatste tijd is dat steeds later in het jaar. Geef de plant een schoonmaakbeurt voordat je hem definitief binnen stalt, om schimmels en ziektes geen kans te geven. Dit houdt in dat je uitgebloeide bloemen, afgevallen blad, slakken en onkruid weghaalt. Snoei de plant lichtjes als dat nodig is om hem te laten passen op de overwinterplek. Het echte snoeien gebeurt pas in het voorjaar.
Verpotten
Alle bomen en heesters in kuipen moeten van tijd op tijd worden verpot, het liefst voordat ze uit de pot dreigen te barsten. De beste tijd om dit te doen is als de planten hun rustperiode hebben. Meestal is dat in de herfst.
Keer de pot om of leg hem op zijn kant en haal de plant eruit. Als de plant te veel wortels heeft en vastzit, kun je de kluit met een keukenmes lossnijden. Kies een nieuwe pot die groot genoeg is voor zowel de wortelkluit als voor nieuwe potgrond. Zet de plant in het midden van de pot en vul aan met de nieuwe potgrond. Druk deze voorzichtig aan rond de plant, maar zorg ervoor dat je de grond niet te vast drukt. Geef voldoende water. Snoei de plant tot ongeveer tweederde terug om de wortelkluit de gelegenheid te geven op krachten te komen. Blijf water geven.
De overwinteringsplek
De ideale overwinteringsplek is licht en het is er koel, zo tussen de 5 en 12 graden. Wintergroene, dus bladhoudende soorten, zoals oleander en camelia kunnen een beetje vorst verdragen maar zijn gevoelig voor wind. Een tuinschuur met ramen of een kas is voor deze planten geschikt. Bij strenge vorst moet je ze wel extra bescherming geven. Warme kasplanten, zoals bougainville, willen graag iets wamer staan, tussen de 10 en 15 graden. Bladverliezende soorten, zoals de fuchsia, kunnen in een donkere kelder of garage overblijven. Ook hier mag de temperatuur niet boven de 12 graden uitkomen.
Heb je zelf geen overwinteringsruimte voor kuipplanten, dan kun je ze uit logeren sturen. Verschillende kwekers bieden hiervoor de gelegenheid. Informeer eens bij kwekers in de buurt of zoek op internet!. De logeerprijs varieert tussen de EUR 25 en EUR 50 per vierkante meter, afhankelijk van de extra service die wordt gevraagd.
Verzorging tijdens de winter
Ook tijdens de rustperiode hebben kuipplanten vocht nodig. Afhankelijk van de temperatuur van de standplaats geef je de planten zo veel (of weinig) water dat de grond net niet uitdroogt. Te veel vocht is funest, maar uitdrogen ook. Bladverliezende soorten verdragen droogte beter dan planten die hun blad behouden. Bladhoudende planten verdampen vocht via hun bladeren en hebben dus net een beetje meer water nodig. Je hoeft tijdens de rustperiode geen mest te geven.
Weer naar buiten
In het voorjaar, na half mei, kunnen de planten weer naar buiten. Laat ze wennen aan het licht en zet ze eerst in de schaduw. Verpot de planten vanaf maart en meng wat klei door de aarde, zodat het vocht beter wordt vastgehouden. Geef ook meteen een snoeibeurt. Controleer of de afvoergaten onder de pot niet verstopt zitten en leg er een paar oude potscherven op.Veel kuipplanten willen graag een zonnige standplaats; ze zullen dan extra rijk bloeien. Je moet wel vaak twee keer per dag water geven. Ook moet regelmatig voeding worden toegediend. Tussentijds oude bloemen weghalen en te lange takken terugsnoeien geeft meer bloei.
Verzorging tijdens de zomer
Kuipplanten zijn kwetsbaarder dan planten die in de vollegrond staan. Daarom moeten ze minimaal iedere week worden nagelopen en onderhouden. Groeitoppen moeten worden uitgeknepen om een bossige groei te bevorderen. Uitgebloeide bloemen en vergeelde bladeren moeten worden verwijderd. Controleer op ongedierte en verwijder die, indien nodig. Bestrijd ook schimmelziekten. Door deze regelmatig uitgevoerde inspectiebeurten leer je je kuipplanten goed kennen en zie je ook meteen wanneer ze zich niet zo lekker voelen.
Snoeien
Het leiden en snoeien van kuipplanten is een bezigheid die beslist vruchten afwerpt. Als je het goed doet, ontstaan er juweeltjes van planten!
Planten die altijd in een kuip staan, hebben baat bij een jarlijkse opknapbeurt. Takken die de verkeerde kant op groeien, kunnen worden uitgedund of verwijderd. Soms moeten de wortels worden gesnoeid. Het kan ook voorkomen dat een plant sterk terug moet worden gesneden.
Vormsnoei
Door het snoeien krijgen de planten een mooie dichte vorm die heel geschikt is voor groenblijvende heesters als laurier. Het gaat zo:
- Verwijder al het opschot van de wortels bij jonge heesters en bomen; knop het opschot helemaal onder de aarde af.
- Creëer al bij de jonge heester een open vorm. Knip beschadigde takken en takken die de verkeerde kant op groeien of elkaar kruisen af.
- Streef naar een open uitgebalanceerde vorm met goedgeplaatste takken zodat de lucht vrij spel heeft en ziektekiemen geen kans krijgen.
- Sommige planten moeten dikwijsl worden getopt om hun compact vorm te behouden. Nijp hiervoor de toppen uit iedere tak om de groei van zijscheuten te bevorderen.
Overwinteringssnoei
Grote, vorstgevoelige planten als fuchsia's, struikmargrieten en pelargoniums kunnen te mooi zijn om dood te laten vriezen. Vooral op stam gekweekte boompjes zijn waardevol omdat het enkele jaren kost voordat ze hun uiteindelijke vorm hebben. Boompjes op stam kunnen het beste in pot overwinteren, maar moeten dan wel in hun kroon wat worden uitgedund. Haal uitgebloeide bloemen en afgestorven blaadjes en takjes eruit. Knijp de toppen uit de takken. Andere vorstgevoelige planten kun je flink terugknippen, een wortelsnoeibeurt geven en in kleinere potten zetten.
Wortelsnoei
Er komt een moment dat een boom of heester te groot wordt voor zelfs de grootste kuip. Je kunt dan wortelsnoei toepassen. Regelmatige wortelsnoei is overigens ook heel geschikt als je weinig plaats hebt. De planten hoeven dan nooit naar een grotere pot te verhuizen.
Haal tijdens de rustperiode de hele boom of heester uit de pot en zoek de dikke hoofdwortels op. Een paar hiervan kunnen worden afgeknipt, zelfs als dat zou betekenen dat de helft van de kluit verloren gaat. Schud de overgebleven oude potgrond van de kluit en plaats deze met zoveel mogelijk nieuwe potgrond in de pot. Knip in verhouding zoveel takken weg als er van de wortels is weggeknipt, maar let wel op een mooie vorm. Geef voldoende water als de plant in het voorjaar weer gaat groeien. Bijna alle houtachtige planten kunnen op deze manier worden behandeld.