Schorseneren
De schorseneer is een zogenaamde "vergeten groente" waarvan de smaak enigszins aan die van asperges doe denken. Hij wordt ook wel Armelui's Asperge genoemd maar nog vaker Keukenmeidenverdriet omdat je handen erg zwart worden bij het schillen.
Rassen
In Nederland wordt vooral de geelbloeiende schorseneer geteeld, maar in België en Engeland zie je ook wel zijn familielid, de haverwortel, in moestuinen staan. De haverwortel kan, in tegenstelling tot de schorseneer, ook op zwaardere grond worden geteeld.
Grond
Schorseneren die op zavel- en kleigrond worden verbouwd, vormen vaak vertakte wortels die moeilijk zijn te rooien. Daarom is de teelt eigenlijk aan voorbehouden aan tuinkabouters die beschikken over lichtere grondsoorten. Reserveer voor de schorseneer een tamelijk droog bedje dat 3 weken vóór het zaaien tot op 30 centimeter diepte wordt losgemaakt.
Zaaien
Schorseneren worden in de tweede helft van april uitgezaaid. Als je eerder zaait is de kans op doorschieten groot. Een latere uitzaai gaat ten koste van de opbrengst. De lange zaden worden één voor één op 4 centimeter van elkaar uitgelegd in 2 centimeter diepe zaaigeultjes, die 25 centimeter uit elkaar liggen. Dek ze daarna af.
Planten
Schorseneren groeien het best op een zonnig plekje. Je zaait ze ter plekke want ze kunnen niet goed tegen verplanten.
Dunnen
Na twee weken komen de plantjes boven de grond. Verwijder er zo veel, dat de overige op 8 centimeter van elkar komen staan. De blaadjes van de gesneuvelde plantjes kun je in een salade verwerken.
Voeden
Werk vóór het zaaien een 2 centimeter dikke laag goed uitgerijpte compost door de grond. Meststoffen zijn niet nodig.
Ziekten en plagen
De teelt van schorseneren levert weinig problemen op. De groente is nauwelijks vatbaar voor aantastingen.
Omdat schorseneren aanvankelijk heel langzaam groeien en daardoor door onkruiden overwoekerd kunnen worden, is het wel zaak om de grond tussen de rijen regelmatig onkruidvrij te maken.
Beschermen
Schorseneren hoeven niet te worden beschermd.
Oogsten
Schorseneerwortels zijn pas aan het eind van het jaar volgroeid. Ze hebben dan een lengte van 40 centimeter. Je kunt ze in november of december oprooien en inkuilen. Omdat schorseneren winterhard zijn, kun je ze eventueel ook op het veld laten staan. In dat geval lopen de planten in maart opnieuw uit, waarna de consumptiekwaliteit achteruit gaat.