Wit-, rood- en groenlof

 

Wit-, rood- en groenlof zijn alle familie van de Cichorei, waar ook de andijvie toe behoort.  Je kunt die verwantschap het beste zien wanneer de planten bloeien.

 

Rassen

  • Witlof: Hollandse Middelvroege (dikke, vastgesloten krop), Mechelse Vroege (één van de vroegste), Sirion (met rode puntjes), Zoom (voor vroege en middellate teelt)
  • Roodlof: Indigo (doet het erg goed in het Nederlandse klimaat), Rossa di Treviso (hoog, smal kropje), Red Palla Rossa (ronde, ietwat losse, middelgrote krop), Variegata Castelfranco di Lusia (open krop die, als er de vorst overheen is geweest, prachtige kleuren krijgt)
  • Groenlof: Stamm Vatter (vaste krop, smaakt een beetje naar andijvie), Grummolo Verde (gladde, donkergroene rozetjes en pikante smaak). 

 

Grond

Lof kan op alle gronden groeien, maar de beste resultaten zijn op zandleemgronden die diep bewortelbaar zijn en in de zomer niet uitdrogen. Een goede structuur is gewenst. Minder geschikt zijn in ieder geval: zware kleigrond (slechte opkomst, vertakte wortels, grote ziektegevoeligheid), grond met een lage (PH lager dan 4,0), grond met verdichte lagen of een hoge grondwaterstand.

De grond moet minimaal tot op 30 centimeter diepte goed losgemaakt zijn, zodat zich lange rechte wortels kunnen ontwikkelen.
Voor het zaaien is het verstandig om een 1 centimeter dikke laag compost over het bedje aan te brengen en deze oppervlakkig in te werken. Houd de grond tijdens de groeiperiode los en onkruidvrij. 

 

Zaaien

  • Groenlof en roodlof: Deze kunnen het beste rond 21 juni worden gezaaid. Bij eerdere zaai is de kropvorming niet optimaal en ontstaan er nogal wat "schieters" (bloeiende kroppen). Het uitzaaien van groenlof is een lastig karweitje. Omdat de groente slecht bestand is tegen verplanten, moet je dun zaaien. Leg de zaadjes één voor één op vier centimeter van elkaar in geultjes die op 35 centimeter van elkaar liggen.
  • Witlof: Witlof kan het beste in mei worden gezaaid. Omdat de groente slecht bestand is tegen verplanten, moet je dun zaaien. Leg de zaadjes één voor één op vier centimeter van elkaar in geultjes die op 35 centimeter van elkaar liggen. 

 

Dunnen

  • Groenlof en roodlof: Als de plantjes na een week of twee zijn opgekomen, worden er zo veel verwijderd, dat de overige op 30 centimeter van elkaar af komen te staan. Het is misschien verleidelijk om wat meer plantjes te laten staan, maar dit is niet bevorderlijk voor de kropvorming. Per vierkante meter kun je zo circa 9 forse groenlofkroppen telen (= 9 volledige maaltijden). 
  • Witlof: Als de plantjes groot genoeg zijn om aangepakt te worden, verwijder je er zo veel dat de overige 40 centimeter uit elkaar komen te staan. Genoeg ruimte is nodig voor een goede ontwikkeling van de wortel. 

 

Planten

Lof houdt er niet van om verplant te worden.

 

Voeden

Een trage groei van de wortels is gewenst, dat levert later mooiere gesloten kroppen op. Geef daarom geen stikstofhoudende meststoffen of compost. Te veel stikstof geeft veel blad, weinig wortels die vertakt zijn en later losse kroppen die snel rotten. Een extra bemesting is dus niet wenselijk.
In perioden van droogte moet je de planten water geven. Maak de kroppen daarbij zo min mogelijk nat.

 

Witlof bleken

Witlof is een tweejarig gewas dat na een koudeperiode overgaat tot bloei. De teelt is in 2 delen verdeeld; In de eerste fase worden de lange dunne vlezige wortels gevormd. In de tweede fase is het 'trekken'; de wortels worden opnieuw geplant en in het donker opgekweekt. Dit kan op twee manieren: kuilen of forceren. 

 

Rooien

Om later goede vaste kroppen te krijgen, moeten de wortels goed volgroeid zijn. Afhankelijk van de variëteit wordt tussen begin oktober en eind november gerooid. Het rooien gebeurt door de wortels los te steken met de spitriek. Leg de wortels daarna met blad en al 5 dagen op de grond; tijdens die rustdagen trekken er nog reservestoffen van de bladeren naar de wortels.
Verwijder na 5 dagen het blad door het af te snijden, laat zoveel blad aan de wortel dat ze later bij het intafelen weer uit kan lopen en laat vooral de groeipunt dus zitten! Dit komt neer op ongeveer 2 centimeter boven de wortel het loof afsnijden. Bij te kort afsnijden wordt er geen krop maar losse bladeren gevormd. Te lang afsnijden geeft losse kroppen.
De wortels kun je op een droge plaats bewaren bij een temperatuur van ongeveer 3 graden. Ze mogen beslist niet nat worden.Op deze manier zijn de wortels maximaal 6 weken te bewaren, zodat je zelf kunt bepalen wanneer je ze weer wil gaan planten. 

 

Kuilen

Bij het bleken op de tuin worden de vrijwel ontbladerde witlofwortels in een kuil geplaatst. Deze kuil moet zeker 25 centimeter diep zijn. Vergeet niet om de bodem van de kuil goed los te maken. De witlofwortels worden vervolgens tegen elkaar aan in de bodem van de kuil uitgeplant. Het is al voldoende als de onderste centimeter van de wortels in de grond komt. Zorg er wel voor dat de bovenkanten van de wortels een horizontaal vlak vormen. Je zult dus de ene wortel wat dieper moeten planten dan de andere. Strooi vervolgens wat pepermuntblaadjes tussen de wortels uit. Dit houdt muizen op een afstand. Daarna kun je de wortels afdekken. Strooi er een 3 centimeter dik laagje goed losgemaakte grond tussen en begiet dit met ruim water. Zo zakt de grond goed tussen de wortels. Breng vervolgens een 20 centimeter dikke laag grond aan en daarop een 10 centimeter dikke laag stro. Dit geheel dek je af met plasticfolie. Graaf rond de witlofkui een greppeltje. Dit helpt rot te voorkomen.

 

Forceren

Het bleken van witlof in huis wordt forceren genoemd. In dit geval worden de voorzichtig gerooide en vrijwel ontbladerde witlofwortels in een emmer geplaatst, die een plaatsje krijgt in een lichtarme ruimte (kast, kelder of kruipruimte), waar een temperatuur van circa 17 graden heerst. Voor een goed resultaat ga je als volgt te werk: breng op de bodem van de emmer een 10 centimeter dik laagje compost aan en plant de wortels er dicht tegen elkaar in uit. Geef vervolgens zoveel water dat de compost dicht tegen de wortels spoelt. Dek de emmer tenslotte af met een stuk plasticfolie.
Als je witlof in huis bleekt, kun je ook aan oogstspreiding doen. Maak een paar emmers klaar. Zet één van die emmers in een warme ruimte en de andere op een koelere plek (schuur). Op de koele plaats verloopt de kropzetting erg traag. Als na een maand de emmer in de warme ruimte leeg is geoogst, haal je een emmer uit de koele ruimte en plaatst hem warm. Dan kun je na 2 tot 3 weken opnieuw oogsten. Herhaal dat met de overgebleven emmers.

 

Ziekten en plagen

Groenlof en roodlof zijn nauwelijks vatbaar voor ziekten. 
Een van de belangrijkste ziekten in witlof is Sclerotinia. De ziekte manifesteert zich zowel op het veld als tijdens de bewaring en tijdens de trek. Je kunt er weinig aan doen. Door vruchtwisseling toe te passen vermijd je het risico enigszins.

Beschermen

Lof hoeft niet beschermd te worden.

 

Oogsten

  • Groenlof en roodlofAls alles naar wens verloopt, zijn de eerste kroppen vanaf half september oogstrijp. Omdat groenlof niet erg gevoelig is voor vorst, kun je er tot ver in het najaar en misschien zelfs wel tot in de winter van blijven oogsten. Roodlof kan minder goed tegen koude.
  • WitlofWitlof die in de tuin wordt opgekuild, levert in april oogstbare kroppen op. Het forceren in huis geeft veel sneller resultaat. Een maand nadat de emmer in huis is gezet kun je al oogsten.  naar boven