Pluksla

Onder pluksla wordt een verzameling bladgroenten verstaan die geen krop vormen maar waarvan naar behoefte blaadjes kunnen worden geplukt. Ze worden rauw in salades verwerkt. Als je goed plant, kun je er het hele jaar van plukken!

 

Rassen

Er is een heel scala van bladgroenten die kunnen worden samengevat onder de naam pluksla. Deze zijn soms verwant aan de kropsla, maar zeker niet altijd. De teelt is grotendeels hetzelfde. Onder andere deze soorten kunnen tot de pluksla worden gerekend: rucola, veldsla, melde, mizuna, rocket (Eurca sativa), eikenbladsla en mibuna. 

Grond

Pluksla stelt weinig eisen aan de bodem. In iedere niet te natte en niet te zure bodem kan de teelt succesvol zijn. Maak de grond voor het zaaien wel los en onkruidvrij.

 

Zaaien

Laat vóór het zaaien de losgemaakte grond een week braak liggen. Strooi de zaden uit in rijen die op 15 centimeter van elkaar liggen. In de rijen moeten de zaden één voor één op 1 centimeter van elkaar worden uitgelegd. Kijk altijd op de verpakking van de zaden wanneer je kunt zaaien, dit wil nog wel eens per soort verschillen. Lees hier meer over binnen voorzaaien.

 

Planten

Pluksla zaai je ter plekke maar je kunt ook binnen voorzaaien en later buiten uitplanten. 

 

 

Planning voor jaarrond plukken

Van mei tot oktober kun je pluksla buiten kweken, daarna binnen in de kas of in potten op de vensterbank. Jaarrond kunnen oogsten betekent wel dat je in de periode januari tot en met oktober regelmatig zult moeten zaaien. In januari tot en met maart zaai je binnen de planten voor waarvan je in het voorjaar wilt plukken. Ze kunnen in mei naar buiten en dan kun je meteen beginnen met oogsten. In mei zaai je buiten voor de oogst in juni, juli en augustus. In augustus en september zaai je weer binnen in potten voor op de vensterbank of in de kas, waarvan je in de winter kunt oogsten. Alle hierboven genoemde soorten lenen zich voor dit soort teelt, behalve de melde (die wordt tot 1,5 meter hoog en kan dus alleen buiten worden geteeld).

 

Dunnen

Na twee weken komen de plantjes boven de grond. Na verloop van tijd kun je zo veel plantjes uittrekken dat de overige op 5 centimeter van elkaar staan maar dit is niet strikt noodzakelijk. 

 

Voeden

Tussentijds voeden met kunstmest bevordert de groei. Gebruik hiervoor gedroogde koemestkorrels. Geef de planten niet te veel stikstof, dan worden ze gevoelig voor meeldauw.

 

Ziekte en plagen

De jonge, sappige blaadjes van de pluksla zijn populair bij plaagbeestjes als luizen en slakken. Bij aanhoudende droogte kan er meeldauw verschijnen.

 

 

Beschermen

Jonge plantjes kun je beschermen tegen vorst en vraat door duiven. Maak hiervoor in het voorjaar een tunnel van PVC-buis en doorzichtig plastic.

 

Oogsten

Vanaf 4 tot 6 weken na zaaien kun je beginnen met oogsten. Pluk regelmatig en voorkom hiermee dat de planten in bloei schieten, waardoor ze aan smaak inboeten. Oogst naar behoefte maar zorg er altijd voor dat je een plant niet helemaal kaalplukt. Dan is de kans op afsterven groter. Snijd de blaadjes met een scherp mes bij de grond af. Pluk de alleen de grootste blaadjes. Door gespreid te zaaien kun je jaarrond oogsten.