Bloemkool, romanesco en broccoli
Bloemkool, romanesco en broccoli zijn niet de gemakkelijkste groenten om te telen; ze vereisen enige basiskennis. Maar als het lukt is de beloning niet te versmaden!
Rassen
Er zijn verschillende rassen bloemkool, romanesco en broccoli die vooral verschillen in kleur en smaak:
- Bloemkool: All The Year Round, Alpha, Majestic, Walcheren Winter, herfstreuzen (wit) / Alverda (groen) / Cheddar (oranje) / Rosalind, Violet Queen (paars) / Igloo, Idol (mini)
- Van romanesco zijn geen variëteiten, althans geen die veel afwijken van de oorspronkelijke soort
- Broccoli: Green Sprouting, Groene Calabrese, Tenderstem Green Inspirator, Waltham (groen) / Purple Sprouting, Red Arrow (paars) / Nine Star Perennial, White Sprouting (bijna wit)
- Er zijn ook kruisingen: Green Harmony is wat ze noemen een bloemkoli. Hij ziet eruit als een bloemkool, maar dan groen.
Teeltwijzen van bloemkool
Het is niet gemakkelijk om bloemkool tijdens de zomermaanden te telen. Bloemkool is eigenlijk een voorjaarsgroente maar het is mogelijk om ze ook "buiten het seizoen" te telen. Alleen wordt je dan veel vaker geconfronteerd met ziekte, plagen en andere ellende. Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:
- Winterteelt onder glas met oogst in maart (zaaien in januari)
- Winterteelt buiten met oogst in april en mei (zaaien in februari)
- Weeuwenteelt met oogst in juni. Deze teelt wordt bijna niet meer toegepast (zaaien in oktober)
- Vrijsterteelt of vroege teelt met oogst in eind juni tot en met begin juli (zaaien in februari)
- Zomerteelt met oogst in juli, augustus en september (zaaien in maart/april)
- Herfstteelt met oogst in oktober tot december (zaaien in juni)
Voor de vroege teelt worden rassen met een korte groeiduur gebruikt. De rassen voor de late herfstteelt hebben de langste groeiduur, van 130 tot 190 dagen. Het oude ras Alpha voor de vroegste teelten, dat door de volkstuinder veel wordt gebruikt, heeft een korte groeiduur
Bij de weeuwenteelt wordt, zodra het eerste ware blaadje zichtbaar is, verspeend in bloempotten van 10 centimeter doorsnede onder platglas. Hoe groter de pot des te minder kans op te vroege koolvorming in het voorjaar. De hele winter worden ze vorstvrij gehouden door noppenfolie en/of rietmatten en bij zeer strenge vorst ook nog met dubbele ramen platglas. Half maart tot half april worden ze buiten uitgepoot.
Bij deze vrijsterteelt wordt in de warme kas gezaaid en half april/begin mei buiten uitgepoot.
Grond
Bloemkool en broccoli groeien het best op een frisse, vochtige grond die voldoende humus bevat. Ze vragen veel zuurstof in de wortelzone. In het voorjaar laat de teelt op zware gronden te wensen over, behalve wanneer op verhoogde bedden wordt geteeld. Is de grond te zuur, dan mislukt de oogst. Tijdens de groei moet je regelmatig het onkruid weghalen en de bovengrond losmaken door herhaald te hakken. Er moet lucht in de grond kunnen droodringen!
Zaaien
Bloemkool, romanesco en broccoli kunnen zowel op een zaaibed als in potjes worden gezaaid. Kijk voor de zaaitijden van bloemkool onder "Teeltwijzen". Broccoli zaai je in de eerste helft van juli. Romanesco van mei tot begin juli. Ze kiemen het best op oude compost. De grond moet wel goed vochtig worden gehouden. Het gaat als volgt:
- Maak op zaaigeultjes met 40 centimeter tussenruimte. Dat gaat het gemakkelijkste door een hark plat op de grond te leggen en de steel licht aan te drukken. Het geultje moet ongeveer 1 centimeter diep zijn. Wanneer je in potjes zaait, kun je drie of vier zaden per potje zaaien.
- Leg of strooi de zaden uit op 8 centimeter van elkaar.
- Dek het zaad af met vochtige, goed verkruimelde tuin-of potgrond.
- Druk de aangebrachte grond met een plankje of met de hand licht aan.
- In droge perioden is het verstandig om het zaaisel moet vochtige jutezakken af te dekken. Zodra de plantjes opkomen, moeten de zakken worden verwijderd.
Planten
De plantjes komen ongeveer twee weken na het zaaien boven de grond. Wanneer ze elkaar beginnen te verdringen zijn ze groot genoeg om op hun definitieve plek in de tuin te worden uitgeplant. Alle drie de soorten houden van een zonnige plek. De plantjes moeten op 50x50 (bloemkool en romanesco) of 40x40 (broccoli) centimeter komen staan. Het verplanten gaat zo:
- De avond voor het uitplanten wroden de potkluiten goed nat gemaakt.
- Maak op het definitieve bedje met de vinger of met een plantstokje op de voorgeschreven afstanden gaatjes in de grond.
- Licht de te verplanten plantjes met een plat stokje uit de grond en zorg er daarbij voor dat de wortels niet worden beschadigd.
- Laat de plantjes met hun wortels in de gemaakte gaatjes zakken, waarbij hun hartjes boven het grondoppervlak moeten uitsteken. Wanneer je te ondiep plant, kan het stammetje gemakkelijk breken door de wind. Tuinier je op een plek waar het erg fel kan waaien? Maak dan een windscherm om de jonge plantjes heen
- Vul de plantgaatjes met vochtige en goedverkruimelde truingrond en druk het geheel stevig aan.
- Verplant bij voorkeur op een bewolkte en liefst regenachtige dag. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is het zaak om de plantgaten, voordat je de plantjes erin plaatst, te laten vollopen met water.
Dunnen
Als je in potjes hebt gezaaid, zullen er in het gunstigste geval drie of vier plantjes verschijnen. Haal de twee zwakste kiemlingen eruit. Wanneer de eerste twee echte blaadjes verschijnen, haal je nogmaals de zwakste weg. Wanneer het plantje stevig genoeg is, kan het op zijn definitieve plek worden geplant.
Voeden
Bloemkool, romanesco en broccoli vragen een goede bemesting. De compost of een andere organische mest mag maar 15 centimeter ondergewerkt worden. Breng deze bemesting enige tijd voor het planten aan. Het normale stikstofgehalte dat in de toegediende mest zit, is voldoende wanneer hybriden geteeld worden, hetgeen bij particulieren bijna altijd het geval is. Hiernaast heeft met name broccoli behoefte aan voldoende magnesium.
Alle soorten moeten altijd voldoende vocht krijgen. Wanneer ze uitdrogen, is de kans op holle stengels en kleine bloemen erg groot. De kans op ziekten en plagen wordt aanzienlijk groter!
Ziekten en plagen
- Zoals alle koolsoorten zijn zowel bloemkool als romanesco en broccoli zeer gevoelig zijn voor knolvoet. Maar ook met de typische insectenplagen die zich bij andere koolgewassen voordoen moeten we rekening houden.
- Zonder extra maatregelen kun je er zeker van zijn dat de kleine witte maden van de koolvlieg al vlug aan de wortels zullen vreten. Het is aan te raden om gebruik te maken van een koolkraag rond de stengelvoet zodat de koolvlieg zijn eitjes niet kan afzetten aan de voet van de plant.
- Ook slakkenaantasting moet wel eens bestreden worden. De vochtige groeiomstandigheden die we aanhouden voor een goede doorgroei trekken ook slakken aan. Inspecteer de planten dus regelmatig op schade en de aanwezigheid van slijmsporen.
- Ook de verschillende koolrupsen mag je verwachten. Rupsen kun je het beste bestrijden als ze nog in een jong stadium zijn.
- Een veel voorkomend probleem is rand. Vooral de binnenste bladeren vertonen een verdroging of verrotting aan de bladrand. De hoofdoorzaak is een calciumgebrek waardoor de cellen in de bladeren minder sterk worden. Vooral watertekort en te hoge temperaturen zorgen er dan voor dat de cellen afsterven en dat er rand onstaat.
Wat kan er nog meer misgaan?
Bij bloemkool, broccoli en romanesco kunnen allerlei afwijkingen voorkomen. Het te vroeg ontwikkelen en het klein blijven van de bloemorganen is een veel voorkomend feit. Ook kan er doorwas en schift optreden, waardoor de kool er harig uitziet. Bij doorwas groeien de doorgaans witgekleurde schutblaadjes door de kool. Bij schift komen de bloempjes te vroeg uit het bloemscherm te voorschijn. Oorzaken hiervoor kunnen zijn:
- De grond is te zuur
- De planten hebben te droog gestaan
- Voedselgebrek
- Te vroeg gezaaid
- Te laat geplant
- Overmaat aan stikstof
- Verwaarlozing
Wat er ook fout is gelopen, er is één troost: klein is óók lekker!
Beschermen
- Bescherm bloemkool die in de koudere jaargetijden wordt gekweekt voldoende tegen vorst met tuinfleece of bubbelfolie.
- Bouw een windscherm rond pas geplante zaailingen van beide soorten om te voorkomen dat ze door felle winden omknakken.
- Leg koolkragen rond de stengelvoet om te voorkomen dat deze wordt aangevreten door de larven van de koolvlieg.
- Wanneer je bloemkool in de zomer teelt, kun je deze beter gedurende de hele teeltperiode afdekken met gaasdoek. Dit geeft een hogere luchtvochtigheid en daardoor een beter microklimaat voor de bloemkool. dit heeft een enorm positieve uitwerking op groei en kwaliteit.
- Wanneer je je bloemkool wit wilt houden, zul je de bloemen moeten tegen de invloed van licht moeten beschermen. Je kunt dit doen door de buitenste bladeren te breken en over de bloem te vouwen. Er bestaan rassen die dit zelf doen.
Oogsten
Je kunt op het gezicht wel beoordelen of een bloemkool, romanesco of broccoli oogstklaar is. Wanneer dat is, hangt voor wat betreft bloemkool af van de teeltwijze. Voor broccoli is dit tweede helft oktober.
Wacht dan niet te lang met oogsten, want dan schiet de plant (vooral broccoli) in bloei. Eenmaal geoogst is de kool op een koele plek enige weken houdbaar.
De eerst gevormde bloemorganen vormen de hoofdknop en daarmee ook de grootste bloemknop. Na het oogsten laat je de plant verder groeien, want ze zal nog talrijke, zij het kleinere, bloemknoppen geven. Oogst de hoofdknop met zoveel mogelijk vlezige stenngel. De kans dat er dan zijknoppen worden gevormd is dan het grootst. Hoewel kleiner van stuk, valt de totale oogst van de zijknoppen erg mee.