Vijg
De vijgeboom is afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied waar zijn vruchten al sinds de Oudheid werden gegeten. Er bestaan meer dan 750 vijgenrassen maar alleen een beperkte groep geeft vijgen die onder ons klimaat iedere zomer rijp worden. De enige vereiste is dat je hem een plaats geeft waar de vijgeboom over genoeg warmte en zon beschikt.
Rassen
De bladeren van de plant zijn alleen al mooi genoeg om de plant te kweken, maar of je vruchten krijgt hangt erg af van het gekozen ras. Een "verkeerd" ras geeft nauwelijks vruchten ondanks alle goede zorgen!
- Grosse Brune d'Enghien: Perfect winterhard (tot -15°) en zeer vruchtbaar. In ons klimaat worden zijn vruchten iedere zomer vanaf begin augustus rijp. Wanneer we een zeer warme zomer hebben kan hij zelfs een tweede oogst geven rond het einde van september. Een volwassen plant geeft jaarlijks een honderdtal vruchten die zo groot zijn als een kleine peer.
- Rouge de Bordeaux: Varïeteit die zeer winterhard is (tot -19°) en ook zeer vruchtbaar. Wanneer de winter niet te streng is geweest kan hij een eerste oogst geven vanaf de maand juni. De vruchten zijn klein maar zeer smaakvol. Het is één van de vroegste vijgen.
- Madeleine des Deux Saisons. Een franse vijg die zeer goed geschikt is voor ons klimaat. Op een warmte plaats, en met een goed jaar, kunt u hier soms zelfs twee keer vijgen van oogsten. De vijgen zelf zijn middelgroot en plat van vorm. Ze hebben een lichtbruine tot lichtrode kleur, en licht rood maar zeer zoet vruchtvlees.
- Del Portogallo: Voor stadstuinen is deze variëteit een must. Zeer grote vruchten.
Rouge de Bordeaux: Een kleine vijgenboom die in een kuip kan worden gehouden (ideaal voor een terras, een balkon of een kleine tuin). De vruchten zijn in september rijp wordt.
Grond
De vijgenboom verkiest lichte bodems, enigszins kalk, goed gedraineerd, rijk aan mineralen en voedselarm. De bodem onder de plant moet "naakt" blijven zodat de grond de 's nachts de opgeslagen zonnewarmte weer vrijgeeft. Plant dus niets aan de voet van de boom. De bodem moet droog blijven aan de oppervlakte, wat zich op een natuurlijke wijze voordoet aan de voet van een muur die gericht is op het zuiden. Een lang aanhoudende hoge grondwaterspiegel kan in de wintermaanden funeste gevolgen hebben.
Als de plant buiten staat en je wilt sneller vruchten oogsten, dan is het raadzaam de wortels in hun groei te belemmeren. Bijvoorbeeld door ze in een bak te planten van 60 centimeter diep en 50 centimeter doorsnee, zoals een speciekuip. Er moeten altijd onderin drainage gaten zitten en puin om overtollig water snel af te kunnen voeren, want de wortels kunnen niet tegen nattigheid.
Planten
Vijgenbomen die je in de tuincentra koopt, worden in containerpot verkocht en kunnen in alle seizoenen (buiten de periodes van grote vorst) geplant worden. Dompel de kluit gedurende 24 uur in het water opdat deze bij het aanplanten goed aanslaat. Met een doorweekte kluit zal de plant niet snel uitdrogen door eventuele drogere grond waarin hij wordt uitgeplant.
Vermeerderen
Vijgen kun je vermeerderen door zaaien, stekken of afleggen. Bij zaaien weet je echter nooit of de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Je kunt beter stekken maar ook hier zijn de resultaten wisselend. Neem in het voorjaar een éénjarig stengelstuk met tussen de 3 en 5 knoppen. Breng deze bij 20 tot 25º Celsius in stekaarde op een lichte plaats (uit de zon en met plasticzak met gaatjes over de "kop") aan de wortel.
Na enige tijd zullen de knoppen uitlopen. In het voorjaar afleggen van de "slappe" stengels gaat nog het beste. Buig één of meer stengels naar de grond en aard ze aan. Na een jaar zullen er vast en zeker wortels aan de aangeaarde takken zitten. Steek ze met een scherpe spade af en pot ze op of plant ze direct op de daartoe bestemde plaats.
Leiden, vormen en snoeien
Idealerwijs creëer je een leistruik tegen een zuidmuur. Zorg er dan wel voor dat de plant circa 30 centimeter van de muur af staat. Het is goed om een jonge plant in het voorjaar terug te snoeien, zodat er een keur aan gesteltakken kan groeien, die later in een waaiervorm kunnen uitgroeien/geleid worden. Om zeker te blijven van vruchten, moet er om de 3 à 4 jaar gesnoeid worden. Dit om verzekerd te blijven van vruchtzetting aan de ontstane jonge takken. In mei/juni kun je de takken toppen (tot op 4 à 5 bladeren), zodat er weer extra zijscheuten ontstaan. In hun bladoksel zullen weer vijgen ontstaan. Let wel op de "herfstvijgen", die in de bladoksels kunnen zitten. De snoei van de vijgeboom vindt het liefst plaats tussen eind november en januari, als alle bladeren er zijn afgevallen. Te laat snoeien kan de vijgenstruik gaan doen bloeden. Ogen en huid kunnen geïrriteerd raken door het melkachtige vijgensap. Bij de snoei van dikkere takken heb je daar weinig last van, maar bij het snoeien van twijgen of het knippen van bladeren komt dit sap vrij!
Bestuiven
In het Middellandse-Zeegebied waar de vijgen van nature groeien worden de bloemen bestoven door een zeer klein vijgewespje. Spijtig genoeg is het in onze streken te koud om dit wespje te doen overleven. Om in ons klimaat toch vijgen te krijgen, hebben de kwekers parthenocarpe soorten ontwikkeld. Parthenocarp wil zeggen dat de planten vruchten ontwikkelen zich zonder dat er een bevruchting aan te pas komt. Dit heet ook wel maagdelijke vruchtzetting. Een voordeel hiervan is dat deze variëteiten vrij zijn van pitten.
Voeden
Gedurende het eerste jaar na aanplanten zul je moeten gieten wanneer je de bladeren ziet afhangen. Daarna is het wortelgestel zo goed ontwikkeld dat de boom het zelf kan. Let op: een overmaat aan water op het moment van de rijping, zal de vruchten doen barsten.
Ziekten en plagen
- In de winter kunnen door muizen alle vruchtjes van de boom worden gegeten, pas een goede muizenbestrijding toe.
- De plant is gevoelig voor rode spint. Dit zijn 0,25 - 0,5 mm rode (of geeloranje) mijten. Aantasting hiervan geeft aanleiding tot bruine vlekken op de nieuwe groei. Je bestrijdt dit het beste door de luchtvochtigheid te verhogen (nevelen) of te bestrijden met een aangepast gif (moet met zoveel woorden op de verpakking staan).
- Vijgenskeletteermotten brengen de winter door als vlinder. In de lente gaan ze op zoek naar vijgenbomen om hun eitjes op af te zetten. Omdat vijgenbomen steeds meer winterhard blijken te zijn in onze streken en vaak worden aangeplant in tuinen, krijgt de soort alvast genoeg uitbreidingsmogelijkheden. In zowaar elk tuincentrum is tegenwoordig wel een vijgenboom te vinden.
De soort betreft dus een exoot die mogelijk meekomen is met vijgenbomen. De rupsjes leven onder een webje op vijgenbladeren. Hierdoor krullen de bladeren enigszins op. Ze eten enkel van de bovenzijde van het blad en laten de onderzijde en de nerven intact.Hierdoor blijft een doorzichtig bladskelet over, waaraan dit vlindertje zijn Nederlandse naam te danken heeft. Verpoppen doen ze meestal aan de onderzijde van een blad in een stevige, witte cocon. Door hun bleekgroene kleur en zwarte stipjes, zijn de rupsen niet met een andere soort te verwarren. Bovendien zijn er amper andere rupsen die van vijg leven.
- Gele vlekken op de randen van de onderste bladeren is en signaal dat de plant te natte en te koude voeten heeft.
Beschermen
Als de vijgen rijpen zijn er kapers op de kust! Wespen en vogels zijn verzoet op de zoete delicatesse, een net doet wonderen!
Hoewel de plant tot de grond toe kan afsterven, maar vrijwel altijd terug komt met nieuwe groei. Zelfs als de plant tot de grond is ingevroren hoef je de vruchten het komende seizoen niet te missen, want hij bloeit op het éénjarige hout.
Oogsten
In warme gebieden geven vijgenbomen twee keer per jaar vruchten. Bij ons oogst men in de zomer de vruchten die in de herfst werden gevormd en die zich in het voorjaar ontwikkelden. De vijgen zijn rijp van augustus tot november. Je dient iedere dag te kijken of er vijgen rijpen, ze zijn nooit allemaal tegelijk rijp. Vijgen zijn rijp wanneer ze dik zijn en bijna barsten. Ze moeten eigenlijk direct geconsumeerd worden, maar eventueel kunnen ze een paar dagen in de koelkast bewaard worden in keukenpapier verpakt. Ze kunnen ook worden ingevroren. Maar ze smaken altijd het best bij kamertemperatuur!