Kweepeer
Aan de boom ziet een kweepeer er lekker uit maar zet er niet je tanden in want dan kun je direct door naar de tandards. In jam, sap, taart of gelei komt de vrucht echter volledig tot zijn recht. Zijn bloesems zijn ook prachtig! De kweepeer is zeker al 4000 jaar in cultuur......
Rassen
Bij de moderne rassen wordt onderscheid gemaakt tussen appel- en peervormige kweeperen. Alle rassen zijn geënt. Je kunt kiezen voor een struikvorm, halfstam of hoogstam. Je kunt de boom ook goed leiden.
De rassen Champion en Le Bourgeaut zijn vroeg oogstbaar. Van de appelvormige Leskovacz blijft het vruchtvlees wit na het koken. Hij maakt grote vruchten, net als Vranja en Reas Mammoth. Kweeras Ludovic is kleinvruchtig en ook als sierplant nuttig. Ekmek, Lescovacka en Balady Awad zijn minder vorstgevoelig.
De dwerg-/sierkwee is verwant aan de gewone kwee. Zijn vruchten zijn ook bruikbaar voor verwerking.
Grond
Kweeperen stellen eisen voor een goede groei. Ze prefereren lichte tot kleiïge grond en wortelen oppervlakkig. Een vochtig blijvende grond wordt erg op prijs gesteld. Ze kunnen heel slecht tegen onderbegroeiïng. Plant daarom zo min mogelijk planten aan de voet.
Planten
Op zijn hoogst wordt een kweepeer 6 meter. Een volwassen hoogstamboom neemt dus erg veel plaats in. De kwee houdt van zon en een beschutte standplaats. Planten doe je in herfst of winter, wanneer de bladeren zijn afgevallen. Vroeg planten en aanbinden aan een steunpaal zal de hergroei sterk bevorderen.
Vermeerderen
Kweeperen kun je vermeerderen door zaaien of stekken. Bij zaaien weet je alleen bij de soortechte variëteiten dat de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Je kunt ook stekken. Dat gaat als volgt: gesnoeide takken steek je in het najaar of vroege winter diep in de aarde waarbij je drie tot vier ogen boven de grond houdt. Succes is echter in zijn geheel niet verzekerd! Tijdens de zomer kunt je ook groene takjes laten wortelen met behulp van stekpoeder.
Leiden, vormen en snoeien
Bij de kweepeer groeien nogal eens jonge scheute uit de onderstam. Verwijder deze meteen. Beperkt het snoeien tot het weghalen van dood hout en laaghangende takken. Doe dat bij voorkeur in de zomer. Alleen bij kweeperen in leivorm zul je meer moeten snoeien.
Wanneer je een kweepeer slechts een kleine ruimte kunt bieden, kun je ze op de onderstaande manieren klein houden:
Struikvorm
Met deze methode vorm je een struik: het is een van de gemakkelijkst te leiden en te onderhouden vormen. Je snoeit om een open vorm te krijgen met drie of vier hoofdtakken, gesteltakken die naar buiten groeien. Deze vormen het skelet van de boom waaraan zijtakken zullen ontspruiten.
1. Verwijder de harttak net boven de bovense van drie of vier sterke zijscheuten. Kort vervolgens de overgebleven zijscheuten met de helft in.
2. Knip het volgende jaar de als gesteltakken gekozen zijscheuten tot op de helft terug. Snoei andere scheuten op vier tot vijf knoppen terug.
3. Knip in de volgende winters alle takken die naar binnen groeien weg en kort tevens de eindscheuten in.
Waaiervorm
Zo wordt gesnoeid als fruitbomen tegen een muur aan moeten groeien. Door de takken horizontaal uit te buigen wordt de knopzetting bevorderd. Een lei in waaiervorm kan kant-en-klaar worden gekocht. De boom is dan ongeveer drie jaar oud en reeds in vorm gesnoeid.
1. Knip de harttak tenminste terug tot op de helft. Bind de twee sterkste zijscheuten aan bamboestokken en bind deze aan draden langs de muur.
2. Maak gedurende de volgende zomers de nieuwe zijscheuten aan stokken vast en knip de takken die verkeerd groeien af.
3. Ga door met het vastbinden van zijscheuten om de waaiervorm compleet te maken en kort de zijscheuten 's zomers in. naar boven
Spaliervorm
Mooi symmetrisch worden aan twee kanten takkenparen gevormd op meerdere etages. Een spalier is geschikt voor een muur op het zuiden of westen.
1. Kies twee sterke zijscheuten uit, maak ze aan bamboestokken vast en buig ze voorzichting horizontaal. Maak ze vast.
2. Knip in de volgende zomer de zijscheuten terug tot op vier bladeren en bind de twee zijscheuten voast voor de volgende laag.
3. Als de gewenste hoogte is bereikt, moet de harttak worden afgeknipt. De zijscheuten knip je tot op drie bladeren terug.
Bestuiven
Kweeperen bloeien één tot twee weken later dan appels met in verhouding grote, witte bloemen. Soms zijn de bloesems roze. Sommige kweerassen hebben kruisbestuiving nodig, vraag hiernaar bij de kweker.
Voeden
Dek de boomspiegel in de winter of na de oogst af met compost, bij voorkeur compost die met koemest is verrijkt. Te veel stikstofmeststoffen kunnen schimmelziekten bevorderen. Laat de plant niet uitdrogen, zeker niet als hij net geplant is.
Ziekten en plagen
De kweepeer is niet speciaal onderhevig aan bepaalde ziekten; soms heeft hij wel een last van monilia, meeldauw, bladvalziekte of bacterievuur. De vatbaarheid voor deze ziekten is afhankelijk van ras en standplaats. Hier kun je meer over deze ziekten lezen. Gescheurde kweevruchten (kort voor de pluk) zijn erg vatbaar voor schimmelaantasting. Controleer hierop en verwijder de aangetaste vruchten.
Beschermen
In principe hoef je niet te beschermen tegen vogels, ook zij breken er hun snavels op!
Oogsten
De vruchten zijn vanaf oktober te oogsten en groot: exemplaren van een kilo zijn heel goed mogelijk! Je kunt eigenlijk alleen aan de kleur zien of ze rijp zijn. De kweepeer is vrij lang houdbaar.