Appels

 

Peren zijn wat moeilijker te kweken dan appels. Ze kunnen zonder aanwijsbare reden ziek worden of al hun vruchten laten vallen. Of helemaal geen vrucht zetten. Als je je aan onderstaande aanwijzingen houdt, moet het goed gaan. 

 

Vermeerderen

Peren kunnen op twee manieren worden vermeerderd: door zaaien of door enten. Vermeerdering door zaad heeft het nadeel dat de nakomelingen belangrijk kunnen afwijken van de moederboom. Daarom worden de meeste perenbomen geënt.

 

 

Grond

De perenboom groeit op vrijwel iedere grond. Het meest geschikt zijn zavelgronden en humusrijke zandgronden. Kleigronden zijn ook geschikt. De grondwaterstand mag niet te hoog zijn. Een overvloed aan vocht wordt door bomen niet op prijs gesteld en kan leiden tot ziekte of zelfs de dood. 

 

Leiden, vormen en snoeien

Welke boom je het beste kunt aanschaffen, hangt natuurlijk af van wat voor soort peer je lekker vindt en hoeveel plaats je hebt in de tuin. In een kleine tuin is een laagstamboom op zijn plaats, in grotere tuinen is genoeg ruimte voor een hoogstamboom. Perenbomen zijn heel geschikt om te leiden, bijvoorbeeld tegen een zonnige muur. In de eerste drie jaar na het aanplanten snoei je alleen matig om hem in model te houden. Daarna is het noodzakelijk dat je elk jaar snoeit. Zo blijft de boom gezien en krijgt hij betere vruchten. Je doet dit het best in februari of maart, vlak voor de boom uitloopt. 

 

Waaiervorm
Zo wordt gesnoeid als fruitbomen tegen een muur aan moeten groeien. Door de takken horizontaal uit te buigen wordt de knopzetting bevorderd. Een lei in waaiervorm kan kant-en-klaar worden gekocht. De boom is dan ongeveer drie jaar oud en reeds in vorm gesnoeid.
1. Knip de harttak tenminste terug tot op de helft. Bind de twee sterkste zijscheuten aan bamboestokken en bind deze aan draden langs de muur.
2. Maak gedurende de volgende zomers de nieuwe zijscheuten aan stokken vast en knip de takken die verkeerd groeien af.
3. Ga door met het vastbinden van zijscheuten om de waaiervorm compleet te maken en kort de zijscheuten 's zomers in. 

 

 

Spaliervorm

Mooi symmetrisch worden aan twee kanten takkenparen gevormd op meerdere etages. Een spalier is geschikt voor een muur op het zuiden of westen.
1. Kies twee sterke zijscheuten uit, maak ze aan bamboestokken vast en buig ze voorzichting horizontaal. Maak ze vast.
2. Knip in de volgende zomer de zijscheuten terug tot op vier bladeren en bind de twee zijscheuten vast voor de volgende laag.
3. Als de gewenste hoogte is bereikt, moet de harttak worden afgeknipt. De zijscheuten knip je tot op drie bladeren terug. 

 

Vruchtsporen

Normaliter vormen vruchtknoppen zich op tweejarig of ouder hout. Wanneer je in de herfst een tak wegsnoeit, zal in het voorjaar daarna een nieuwe tak ontstaan die dat jaar nog geen vrucht draagt. Dat komt pas een jaar later. Een vruchtknop ontwikkelt een erg korte, dikke en houtige stengel waaraan zich in de jaren daarna meerdere vruchtknoppen ontwikkelen. Anders gezegd: aan het stengeltje waaraan eerst één appel groeit zullen in de loop der jaren meerdere vruchten groeien. Dit heet spoorvorming. Al deze sporen bij elkaar zullen na verloop van tijd een spoorsysteem vormen, dat uitgedund moet worden omdat er anders te veel vruchten ontstaan. Dit is tevens een verjongingskuur. Hiernaast kun je zien hoe dat werkt.

 

Uitbuigen

Een eenvoudige methode om jonge takken te forceren tot bloei en een betere oogst, is om de jonge buigzame uitlopers (liefst eenjarige takken) in september in een stand van maximaal 45 graden te buigen. De tak zet je vast met een tauw aan een steen, die je op de grond legt. Na drie weken is de tak al in de juiste positie gegroeid en kan de steen met het touw weer worden weggehaald. De gebogen takken zullen nu meer bloemknoppen gaan vormen.

 

Bestuiven

Hoewel er enkele perenrassen bestaan die in meer of mindere mate zelfbestuivend zijn, geldt voor de meeste rassen dat kruisbestuiving met andere, ongeveer gelijktijdig bloeiende rassen noodzakelijk is voor een goede vruchtzetting.

 

Voeden

Voeding is heel belangrijk voor een goede groei en oogst. Sprenkel in maart wat organische mest rond de boom en mulch met compost. Blijf de boom gedurende het groeiseizoen regelmatig voeding (wanneer de vruchen rijpen is tomatenvoeding een goed idee).

 

Dunnen

Te veel peren aan één boom is niet goed. In juni moet je de vruchten die elkaar verdringen eruit halen. Iedere peer moet de ruimte hebben om helemaal uit te groeien zonder dat hij in de knel komt. Hierdoor vermijd je ziektes. Kies de minstbelovende vruchten uit en draai die tussen de andere uit. 

 

Ziekten en plagen

Perenbomen zijn gevoelig voor kanker. De zieke plekken moet je altijd wegsnijden, het liefst in mei of juni, dan helen de wonden het snelst. Tijdens de snoei in februari of maart kan het ook, maar niet in de winter want dan hele snoei- en snijwonden niet goed.
Vruchten die zijn aangetast door monilia, een schimmel die herkenbaar is aan de witte schimmelhoopjes op de appels, moeten altijd direct worden verwijderd. Haal ook verdroogde appels weg, want hierin overwintert deze schimmel.


Oogsten

Afhankelijk van het ras kun je tussen begin oktober en eind november oogsten. Laat de vruchten niet te rijp worden, dan kun je ze niet zo lang bewaren. Peren zijn rijp als ze beginnen te geuren en gemakkelijk loslaten wanneer je ze in de hand neemt en er, met een kleine draai, een kort rukje aan geeft.

Na een storm kan de grond onder een perenboom bezaaid zijn met gevallen vruchten. Deze kun je beter niet laten liggen want deze trekken ziekten en plagen aan. Wanneer de peren niet al te erg beschadigd zijn, kunnen ze worden gegeten. Gooi de rest op de composthoop.
Peren gaan snel rotten wanneer ze niet goed worden opgeslagen. Beurse en beschadigde vruchten moeten zo snel mogelijk worden verwerkt in sap, moes of taart. Je kunt ze ook drogen. Gave exemplaren kunnen worden bewaard in diepvrieszakken waarin gaatjes zijn geprikt en die je dichtbindt. Bewaar de peren zo in een koele, vorstvrije ruimte, bijvoorbeeld een garage of schuur. Controleer regelmatig en haal rotte exemplaren eruit.