Waterhuishouding
Te veel water of juist te weinig?
Behalve de grond met zijn verschillende eigenschappen is ook het water heel belangrijk. Is er te veel of te weinig? Moeten we er vooral voor zorgen dat het water weg kan stromen of zal er beregend moeten worden?
Te veel water
Wateroverlast is funest. Als er plassen blijven staan en de grond verzadigd is met water, verdwijnt de lucht uit de grond en dat betekent dat de plantenwortels stikken en ook het bodemleven sterk wordt belemmerd.
In dat geval moet je zorgen voor afwatering en dat kan gebeuren door langs het perceel, of zonodig dwars door het perceel, greppels te graven. De grond die uit de greppels komt, kan worden gebruikt om de teeltbedden wat op te hogen. Overigens moet het water dat zich in de greppels verzamelt ook ergens naartoe kunnen. Bijvoorbeeld naar een sloot, eventueel met een duiker onder een pad door.
Het is ook nuttig om op natte gronden en op zwaardere kleigrond op bedden te telen, waartussen de paden wat dieper liggen. Zo'n bed moet iets bol liggen. Je bereikt dit door de paadjes in je (moes)tuin enigszins uit te graven en de hierbij vrijkomende grond midden op het bed te gooien. Een andere optie is het maken van verhoogde bedden
Een waarschuwing voor tuiniers op zavel- of kleigrond: loop niet op de grond als deze nat is. Je plakt hem dan dicht!
Te weinig water
Wanneer je juist op lichte, droge zandgrond tuiniert, zorg dan voor een mogelijkheid om regelmatig water te geven zoals bijvoorbeeld een sloot. Wanneer je deze niet voorhanden hebt en je volkstuincomplex een waterput heeft, dan kun je overwegen zelf een put te laten slaan. Informatie hierover kun je krijgen bij je gemeente. Natuurlijk kun de grond ook verbeteren, waardoor deze beter water vasthoudt.