Vos

 

 

De vos, ook wel gewone of rode vos genoemd, is een lid van de hondachtigen. De vos is een van de grootste roofdieren die nog vrij in de Benelux voorkomen.

 

De vos in de literatuur

In fabels en verhalen wordt de vos steevast afgeschilderd als slim en sluw. Hij maakt gebruik van de zwakheden van anderen om ze te bedriegen en te misleiden en heeft daar over het algemeen veel succes mee. Ondanks dit beeld komt de vos meestal sympathiek over. Hij wekt bewondering door zijn slimheid en is meestal vrolijk en zorgeloos. Enkele voorbeelden hiervan zijn de fabels van Aisopos en de verhalen over de Reynaart de Vos.   

Anatomie

De vos heeft over het algemeen een roodbruine vacht, maar deze kan variëren van beige tot helderrood. Ook albino's komen voor. De oren zijn aan de achterzijde zwart, evenals de "sokken", de onderbenen. Sommige dieren hebben een witte staartpunt; veel vossen hebben in ieder geval enkele witte haren rond het puntje van de staart. De bovenlip is wit, evenals de bef. Op de wangen zit bij veel vossen een zwarte of bruine "traandruppel". Sommige dieren hebben een staalgrijze keel en buik, met een witte ster op de borst. In de paartijd heeft het vrouwtje, de moervos, een roze glans over de vacht aan de onderzijde. De oren zijn puntig en staan rechtop. De staart is lang, dik en ruig. De snuit is slank en de vos staat hoog op de poten. Hij weegt zes tot tien (soms tot vijftien) kilogram. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes.  

 

Voedsel

Vossen jagen solitair. In bewoonde gebieden doet hij dat meestal 's nachts en in de schemering, maar in onverstoorde gebieden jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: hij eet bijna alles. Hij kan hard rennen, tot zestig kilometer per uur, hoewel zes tot dertien kilometer per uur de normale snelheid is.
De prooi van een vos bestaat meestal uit kleine en middelgrote prooidieren, zoals grote kevers, muizen en andere knaagdieren, konijnen, hazen vogels en soms zelfs katten, eieren, regenwormen en egels. Ook vruchten, bessen en zelfs afval.
Dagelijks moet een vos ongeveer vijfhonderd gram aan voedsel binnenkrijgen. Een vos doodt soms meer dan hij nodig heeft, en vooral op plaatsen waar meerdere prooidieren op elkaar zitten en niet kunnen ontsnappen kan hij een ware slachtpartij aanrichten (bijvoorbeeld in kippenhokken). 
 

Voedselresten worden begraven en later weer opgezocht, maar de vos legt geen voedselvoorraden aan. Een vos is meestal zeer succesvol in het terugvinden van begraven voedsel. 

 

Sociaal gedrag

De vos leeft meestal in een groep van zo'n zes dieren. Een dominant mannetje (rekel) een dominante vrouwtje worden begeleid door meerdere ondergeschikte vrouwtjes, vaak uit vorige worpen. Alle vrouwtjes in een groep zijn meestal aan elkaar verwant. Rekels worden, zodra ze volwassen zijn, uit de groep verjaagd. De ondergeschikte vrouwtjes zijn helpers. Soms planten meerdere vrouwtjes in een groep zich voort. De worpen worden dan vaak samengevoegd tot één groep welpen, die bij alle vrouwtjes mogen zogen.
Het territorium kan 100 tot 1.200 hectare bedragen. Deze wordt afgebakend met geursporen, voornamelijk urine en uitwerpselen. Die worden geplaatst op duidelijk zichtbare en ruikbare plaatsen, maar het vaakst op vaakgebruikte plaatsen. Meestal bakenen alleen de dominante vrouwtjes het territorium af met urine.

De vos kan tenminste 28 verschillende geluiden voortbrengen, en hij kent ook een groot aantal houdingen om mee te communiceren. Onderdanige vossen houden bijvoorbeeld de oren naar achter, de mond lichtelijk open met opgetrokken lippen, en kwispelen bochtig met hun staart. Agressieve vossen plaatsen de oren zijdelings en houden de mond wagenwijd open. 

 

Het vossenhol

Vossen leven in een hol. Het hol is zelf gegraven of afgepakt van een konijn of een das. Het komt ook voor dat vossen hun hol delen met konijnen en dassen. Een zelfgegraven hol bevindt zich meestal in een zandbank, onder een omgevallen boom, tussen boomwortels of onder grote stenen. Het heeft vaak twee tot vier ingangen. Een groot hol, met meerdere ingangen, wordt een burcht genoemd. Meestal gebruikt een vos echter zijn hol niet, behalve drachtige vrouwtjes. Buiten het voortplantingsseizoen verblijft een vos meestal overdag op beschutte plaatsen.  

Voortplanting

De paartijd duurt van december tot februari, wanneer de mannetjes vruchtbaar zijn. Een vrouwtje is in die tijd slechts drie weken loops. De jongen worden na een draagtijd van 52 à 53 dagen in de lente (tussen maart en mei) geboren.
Een worp telt meestal 4 tot 6 jongen. Worpen van 5 tot 8 jongen komen ook voor, bij uitzondering zelfs 10. De worpgrootte is afhankelijk van het voedselaanbod. Bij de geboorte zijn de jongen blind en doof en wegen ongeveer 100 gram. Ze hebben bij de geboorte een donkere fluwelen vacht, stompe snuitjes en kleine oortjes. De eerste twee tot drie weken zijn de jongen volledig afhankelijk van hun moeder. De vader en de helpsters brengen de eerste dagen voedsel voor de moeder. Nadat de jongen gespeend zijn helpt ook de moeder mee. Na elf tot veertien dagen gaan de ogen open. 

De eerste maand zijn de ogen blauw van kleur, maar later wordt ze bruin. Als ze vier weken oud zijn groeien de neus en oren snel, en komt er een rossige glans over de vacht. Ze eten rond deze tijd hun eerste vaste voedsel. Na zes weken worden de welpen gespeend en na zeven tot acht weken hebben ze het volledige melkgebit. Na zes maanden zijn de jongen op het oog niet meer te onderscheiden van volwassen dieren. Tegen de herfst zijn de jongen volwassen en na tien maanden zijn ze geslachtsrijp. 

 

Vijanden

In het wild wordt de vos zo'n 10 jaar oud. De meeste vossen halen echter de 4 jaar niet. De jacht is de voornaamste doodsoorzaak. Ook vallen veel verkeerslachtoffer. Belangrijke ziektes waaraan vossen kunnen lijden zijn schurft en hondsdolheid. 

 

Leefgebied

De vos kan zich goed aanpassen en komt in bijna alle habitats voor: woestijnen, toendra's, moerassen, gebergten, duinen en landbouwgebieden. In Nederland komt de vos steeds meer in stedelijk gebied voor, voornamelijk in buitenwijken, waar huizen grote tuinen hebben, en in stadsparken. Hij wordt hiernaartoe gelokt door afval. In Het favoriete habitat is echter het bos, dat wordt afgewisseld met open gebieden en struwelen. 

 

De vos als slachtoffer

De vos geldt als een van de meest aantrekkelijke dieren om op te jagen. Bekend is de traditionele Engelse vossenjacht, waarbij op het paard met een meute honden op de vos wordt gejaagd. In Engeland is deze traditionele vorm van vossenjacht sinds 2005 verboden. Wanneer de vos echter niet bejaagd wordt, zoals in de Oostvaardersplassen, blijkt dat dit "nachtdier" toch liever overdag jaagt. In Nederland is sinds 1 april 2006 de vos niet langer beschermd en mag weer worden bejaagd zonder ontheffing.

(Dubieuze!) argumenten ten gunste van de jacht op vossen:

  • De vos kan ziekten en parasieten met zich meedragen, met name hondsdolheid en bepaalde soorten lintwormen. (Kunnen honden ook, maar die worden niet afgemaakt).
  • De vos jaagt op kippen en konijnen. (Wij vinden die ook erg lekker).
  • Jagen op de vos is een sport waaraan jagers plezier beleven, hoewel de drijfjacht op vossen met honden sinds 2005 is verboden. (Als je aan het doden van een levend wezen plezier beleeft, ben je niet helemaal lekker!)
  • In sommige gevallen kan bejaging van vossen dienen ter bescherming van weidevogels. (Wij maken zelf de meeste slachtoffers onder de weidevogels)
  • Jacht maakt natuur natuurlijk. In de kleine Nederlandse natuurterreinen is geen plaats voor dieren die de top van de voedselketen vormen, en dus de natuurlijke vijanden van de vos zijn, zoals wolf en lynx. Jacht compenseert dat door het aantal de vossen te controleren. (Stonden wij niet eigenlijk aan de top van de voedselketen?)

(Legitieme!) argumenten tegen de jacht op vossen:

  • Wanneer de vos bejaagd wordt, zwermen dieren uit aangrenzende gebieden de vrijgekomen territoria in. Dit kan leiden tot het verspreiden van ziekten via migrerende vossen.
  • Er is een alternatief voor controle van hondsdolheid door de jacht: de vos kan door middel van uitgelegd aas gevaccineerd worden tegen hondsdolheid. Nederland en België zijn momenteel hondsdolheidvrij.
  • Houders van kippen en konijnen kunnen hun dieren beschermen met een deugdelijk hok.
  • Jacht is onnatuurlijk. Een biotoop met roofdieren erin heeft een natuurlijker evenwicht dan een zonder. Vossen maken deel uit van het ecosysteem.

Dit zegt de dierenbescherming erover:

  • Een degelijke, ingegraven omheining is een eenvoudige methode om het incidenteel doden van kippen door vossen te voorkomen. Meestal zal een vos echter de bewoonde gebieden vermijden.
  • Een vos is beslist geen doder van volwassen schapen. Als ze zich al voeden met schapenvlees, zal dit afkomstig zijn van een al dood schaap. Bij hoge uitzondering kan het voorkomen dat een vos pasgeboren lammetjes aanvalt. Een gezonde ooi zal echter goed in staat zijn de vos weg te jagen.
  • De vos is niet de directe veroorzaker van een lage weidevogelstand. Hiervoor zijn vele andere oorzaken te noemen. Bijvoorbeeld de verlaging van de grondwaterstand, verandering van de macrofauna, bemesting en landbouw.
  • Hondsdolheid komt tegenwoordig in Nederland niet meer voor. Vroeger werd gedacht dat deze ziekte het beste te bestrijden was door afschot van vossen. Dit bleek niet zo te zijn. Ten eerste omdat de nadelige effecten voor de landbouw te groot waren doordat de natuurlijke vijanden van muizen en ratten wegvielen. Ten tweede omdat door bejaging het risico van besmetting van gezonde vossen door zieke vossen alleen maar groter werd.
  • Afschot van vossen verwijdert de vossenlintworm niet. De kans dat een mens besmet wordt, blijkt erg klein te zijn. In Europa is er jaarlijks op de 100.000 inwoners één geval. Het is wel verstandig dat mensen die rechtstreeks in contact komen met vossen voorzorgsmaatregelen treffen. Voorkom besmetting met de eitjes die via de ontlasting van de vos in de omgeving terechtkomen door het dragen van wegwerphandschoenen. 

 

Vossen uit je tuin weren

Vossen komen het meeste voor op het platteland en in natuurgebieden, maar steeds vaker ook in steden en dorpen. Vossen zijn zeer handig in het 'kraken' van vuilnisbakken om er daarna vandoor te gaan de met smakelijke etensresten die ze kunnen bemachtigen. Als je deze dieren uit de tuin wilt weren, zet dan de vuilnisbak in de garage of zorg dat er een stevig houten hekwerk omheen zit. Als je geen bezwaar tegen hun bezoek hebt, maar liever niet te maken krijgt met de troep die ze kunnen maken, dan is dit de oplossing: laat elke nacht een kleine zakje met lekkers naast de vuilnisbak staan! Tevreden met het zakje laat de nachtelijke bezoeker het vuilnis staan.